Lage temperaturen en een dunne sneeuwlaag zijn voldoende om de bergen er in de winter volledig anders uit te laten zien dan de rest van het jaar. De valleien lijken door de bloem gehaald te zijn en besneeuwde bergtoppen trekken de wintersporters. De bergmeren zijn bevroren en de dennenbossen dragen hun winterkleed. Een wintervakantie in de Pyreneeën is een fascinerende belevenis voor alle bezoekers. Een paar van de mogelijkheden om in dit jaargetijde actief van de bergen te genieten is skiën of langlaufen. In de Catalaanse Pyreneeën zijn er 16 skigebieden, 10 voor alpineskiërs en 6 voor langlaufers.
Om te beginnen begeven we ons naar Vall de Núria, een zeer bijzonder, door circa 3.000 meter hoge bergen omgeven skigebied met een veel bezochte bedevaartskerk, waar de Onze-Lieve-Vrouwe van Núria wordt vereerd. De reis er naartoe met de tandradbaan is al een belevenis op zich. Na aankomst slaan we in het hotel of de herberg ons basiskamp op. Van hieruit gaan we skiën, met sneeuwschoenen wandelen of sleeën in het recreatiepark.
Niet ver van Núria, in oostelijke richting, bevindt zich het skigebied Vallter 2000, dat door zijn bevoorrechte ligging vanaf een hoogte van 2.535 m uitzicht biedt op de baai van Roses en de Cap de Creus (Costa Brava). In westelijke richting liggen de ski- en langlaufgebieden van de streken Cerdanya en Alt Urgell met aanvullende faciliteiten op ons te wachten. In meerdere skigebieden kan men iglo’s bouwen. Wie een duik wil nemen in het ijskoude water van een bergmeer, heeft niet alleen moed nodig, maar ook duikervaring, aangezien de drukomstandigheden op 2.200 meter hoogte volledig anders zijn dan op zeeniveau. Andere topactiviteiten zijn panoramavluchten met helicopter, luchtballon of sportvliegtuig, als ook Segway-routes in de sneeuw. Het lijkt wel of we in Scandinavië zijn! Voordat we deze streek verlaten, brengen we nog een bezoek aan Alp 2500, de grootste skiregio van de Pyreneeën, die is ontstaan uit de verbinding van de skigebieden La Molina en Masella.
Hierna begeven we ons naar het familieskigebied Port del Comte, dat het dichtst bij de stad Barcelona ligt en dat vooral bij de kleintjes in de smaak zal vallen.
Van hieruit gaan we verder naar het Nationale Park Aigüestortes i Estany de Sant Maurici, waar we met sneeuwschoenen door een droomlandschap wandelen. Deze vermoedelijk in Centraal-Azië voor het eerst gebruikte hulpmiddelen maken het gemakkelijker zich over welk besneeuwd terrein dan ook voort te bewegen zonder al te veel voorkennis. We gaan gewoon lopen en genieten van het landschap. Het nationale park biedt talrijke wandelmogelijkheden door adembenemende landschappen: wij kiezen voor de gemakkelijk te vinden route vanaf het Sant Maurici-meer naar de berghut Refugi d’Amitges met een gering hoogteverschil en schitterende uitzichten op de Saboredo, de bergketens Els Encantats en Amitges en het meer. Wie zin heeft om te gaan skiën, kan kiezen uit de skigebieden Espot en Port Ainé, die zich in een prachtige omgeving aan de grens van het nationale park en het Natuurpark Alt Pirineu bevinden.
De volgende dag bezoeken we de Boí-vallei, die een perfecte combinatie van natuur en cultuur biedt. ’s Ochtends skiën we in het skigebied Boí Taüll Resort en ’s middags bezichtigen we de romaanse kerken van de vallei, die in het jaar 2000 door de UNESCO zijn uitgeroepen tot werelderfgoed.
De laatste plek waar we onderweg stoppen is de Val d’Aran, een wintersportplaats bij uitstek, waarvan de dorpen met stenen huizen, romaanse kapellen en middeleeuwse bruggen in het besneeuwde landschap een droomachtige kerstprentje vormen. Hier